Sikafloor®-2510 W

• Milieuproductverklaring (EPD) in overeenstemming met EN 15804. EPD onafhankelijk gecontroleerd door Institut für Bauen und Umwelt e.V. (IBU)

• CE-markering en prestatieverklaring gebaseerd op EN 13813:2002 Dekvloermateriaal en dekvloeren - Dekvloermateriaal - Eigenschappen en eisen - Kunsthars dekvloermateriaal

• CE-markering en prestatieverklaring gebaseerd op EN 1504-2:2004 Producten en systemen voor de bescherming en reparatie van betonconstructies - Oppervlaktebeschermingssystemen voor beton - Coating

Watergedragen epoxy

12 maanden vanaf de productiedatum

Het product dient in de originele-, verzegelde, ongeopende en onbeschadigde verpakking, droog te worden opgeslagen tussen +5 °C en +30 °C. Altijd de verpakking raadplegen.

Raadpleeg het actuele veiligheidsinformatieblad voor informatie over veilige hantering en opslag.

70 %

60 %

BELANGRIJK

Gelijktijdige mechanische en chemische belasting

Terwijl het product wordt blootgesteld aan temperaturen tot +60 °C, kan gelijktijdige mechanische of chemische belasting schade veroorzaken aan het product.

1. Stel het product niet bloot aan chemische of mechanische belasting bij hoge temperaturen

Maximaal 75 %

Pas op voor condensatie! De temperatuur van de ondergrond en van het niet uitgehard materiaal dient minimaal 3°C hoger te zijn dan het dauwpunt om het risico van condensvorming, of carbamaatvorming op de vloerafwerking te verminderen. Lage temperaturen en hoge luchtvochtigheid verhogen de kans op witte verkleuring of carbamaatvorming.

Geen optrekkend vocht (ASTM D4263, polyethyleen folie)

Opmerking: Tijden zijn bij benadering en worden beïnvloed bij door veranderende omgevingscondities, met name temperatuur en relatieve luchtvochtigheid.

Opmerking: Tijden zijn bij benadering en worden beïnvloed bij door veranderende omgevingscondities, met name temperatuur en relatieve luchtvochtigheid.

Opmerking: Alle waarden zijn theoretisch en zijn afhankelijk van de zuiging, ruwheid en vlakheid van de ondergrond en materiaalverlies etc. Breng het materiaal aan op een testoppervlak om het exacte verbruik te bepalen voor de specifieke omstandigheden van de ondergrond en het voorgestelde applicatiegereedschap.

ONDERGROND VOORBEHANDELING

• Stofarm stralen systeem

• Schaafmachine

• Freesmachine

MENGEN

• Elektrische menger met enkele spindel ~700 W (300–400 rpm)

• Schraper

• Schone mengblikken

APPLICATIE

• Vlakke en getande spanen

• Kortpolige nylon roller

• Vloerwisser

BELANGRIJK

Onjuiste behandeling van scheuren

Een onjuiste beoordeling en behandeling van scheuren kan leiden tot een kortere levensduur en terugkerende scheurvorming.

BEHANDELING VAN VOEGEN EN SCHEUREN

Aansluitvoegen en bestaande statische scheuren in de ondergrond vereisen een voorbehandeling voordat de opvolgende lagen worden aaangebracht. Gebruik Sikadur ® of Sikafloor® harsen.

ONDERGROND CONDITIE

Cementgebonden ondergronden (beton / dekvloer) moet gezond en voldoende drukvast (minimaal 25 N/mm²) zijn, met een minimale hechtsterkte van 1,5 N/mm².

De ondergrond dient schoon en droog te zijn en vrij van vuil, olie, vet, coatings, cementhuid en andere verontreinigingen zoals los brokkelig materiaal.

MECHANISCHE ONDERGROND VOORBEHANDELING

BELANGRIJK
Blootleggen gaten en holten

Holtes en gaten in de ondergrond zullen het oppervlak verzwakken en de coating beschadigen als ze niet worden hersteld tijdens het voorbehandelen.

Bij de mechanische voorbereiding van het oppervlak moeten gaten en holten volledig worden blootgelegd.

1. Verwijder zwakke cementgebonden ondergronden.
2. Betonnen ondergronden moeten mechanisch voorbehandeld worden door middel van stofarm stralen of kervende apparatuur, om de cementhuid te verwijderen en een opgeruwd, hechtsterk en schoon oppervlak te verkrijgen.
3. Alvorens hars in dunne lagen aan te brengen, hoge
   plekken verwijderen door slijpen.
4. Voordat het product wordt aangebracht moet alle stof en losse bestanddelen volledig van alle oppervlakken verwijderd worden, bij voorkeur met behulp van een industriële stofzuiger.
5. Gebruik producten uit het Sikafloor®, Sikadur® en Sikagard ® assortiment om het oppervlak uit te vlakken of voor het vullen van scheuren, gaten en holten.

Raadpleeg Sika® Technical Service voor aanvullende informatie over producten voor egalisatie en reparatie van defecten.

ONDERGROND VOORBEHANDELING VAN NIET CEMENTGEBONDEN ONDERGRONDEN
Voor informatie over voorbehandeling van niet cementgebonden ondergronden raadpleeg Sika Technical Service.

ROLCOATING MENGPROCEDURE

1. Meng component A (hars) tot het gekleurde pigment is gedispergeerd en een uniforme kleur is bereikt.
2. Voeg component B (harder) toe aan component A.
3. BELANGRIJK Niet overmatig mengen. Meng component A + B continu voor ~3 minuten tot een uniform gekleurd mengsel is bereikt.
4. Voor een grondige menging giet u het materiaal in een ander vat en mengt u nogmaals om een egale en gelijkmatige menging te verkrijgen.
5. Schraap tijdens de laatste mengfase ten minste eenmaal de zijkanten en de bodem van het mengvat af met een vlakke of rechte spatel om een volledige menging te verzekeren.

TEXTUUR COATING MENGPROCEDURE

1. Meng component A (hars) tot het gekleurde pigment is gedispergeerd en een uniforme kleur is bereikt.
2. Voeg component B (harder) toe aan component A.
3. BELANGRIJK Niet overmatig mengen. Meng component A + B continu voor ~3 minuten tot een uniform gekleurd mengsel is bereikt.
4. Tijdens het mengen geleidelijk 2 % in gewichtsdelen van de vloercoating Sika® Extender T (Stellmittel T) en 3 % in gewichtsdelen vuurgedroogd quartz sand 0.3–0.8 mm.
5. Voor een grondige menging giet u het materiaal in een ander vat en mengt u nogmaals om een egale en gelijkmatige menging
   te verkrijgen.
6. Schraap tijdens de laatste mengfase ten minste eenmaal de zijkanten en de bodem van het mengvat af met een vlakke of rechte spatel om een volledige menging te verzekeren.

ZELF NIVELERENDE GIETLAAG MENGPROCEDURE

1. Meng component A (hars) tot het gekleurde pigment is gedispergeerd en een uniforme kleur is bereikt.
2. Voeg component B (harder) toe aan component A.
3. Tijdens het mengen van component A+B geleidelijk de vereiste vulstof of aggregaten.
4. BELANGRIJK Niet overmatig mengen. Meng component A + B continu voor ~3 minuten tot een uniform gekleurd mengsel is bereikt.
5. Voor een grondige menging giet u het materiaal in een ander vat en mengt u nogmaals om een egale en gelijkmatige menging
   te verkrijgen.
6. Schraap tijdens de laatste mengfase ten minste eenmaal de zijkanten en de bodem van het mengvat af met een vlakke of rechte spatel om een volledige menging te verzekeren.

BELANGRIJK

Beschermen tegen vocht

Na aanbrengen het product beschermen tegen vocht, condensatie en direct watercontact voor minimaal 24 uur. 

BELANGRIJK

Ventilatie in besloten ruimten

Zorg altijd voor een goede ventilatie wanneer u het product in een besloten ruimte aanbrengt.

BELANGRIJK

Beschadigde afwerking door verwarming met fossiele brandstoffen

Als tijdelijke verwarming nodig is, gebruik dan geen verwarming op gas, olie, paraffine of andere fossiele brandstoffen. Deze produceren grote hoeveelheden kooldioxide en waterdamp, die de afwerking negatief kunnen beïnvloeden.

1. Gebruik voor tijdelijke verwarming alleen elektrische warmeluchtblazers.

BELANGRIJK

Indentaties in de hars door hoge temperaturen in combinatie met een hoge puntbelasting

Onder bepaalde omstandigheden kunnen vloerverwarming of hoge omgevingstemperaturen in combinatie met een hoge puntbelasting leiden tot deukjes in de hars.

BELANGRIJK

Zorgen voor een consistente kleurovereenstemming

Voor een consistente kleurovereenstemming moet u ervoor zorgen dat het product in elk gebied wordt aangebracht met dezelfde controlebatchnummers.

PRIMER OF ROLCOATING APPLICATIE

1. Giet het gemengde product op de ondergrond. Opmerking: Het verbruik is omschreven in de verwerkingsinformatie.
2. Verdeel het product gelijkmatig met een kortharige roller of vloerwisser.
3. Rol het oppervlak kruislings na met een vachtroller. Opmerking: Werk altijd nat in nat om een naadloze afwerking te verkrijgen.

SCHRAAPLAAG APPLICATIE

1. Giet het gemengde product op de ondergrond. Opmerking: Het verbruik is omschreven in de verwerkingsinformatie.
2. Breng het materiaal gelijkmatig aan op het oppervlak met een spaan of vloerwisser.

TEXTUURCOATING APPLICATIE

1. Giet het gemengde product op de ondergrond. Opmerking: Het verbruik is omschreven in de verwerkingsinformatie.
2. Verdeel het product gelijkmatig met een kortpolige roller of vloerwisser en rol na met een textuur roller. Opmerking: Werk altijd nat in nat om een naadloze afwerking te verkrijgen.

ZELFNIVELLERENDE GIETLAAG APPLICATIE

1. Giet het gemengde product op de ondergrond. Opmerking: Het verbruik is omschreven in de verwerkingsinformatie.
2. Verdeel het product gelijkmatig over het oppervlak met een getande spaan of rakel.
3. Om een gladde eindlaag te verkrijgen het oppervlak glad maken met de gladde kant van de spaan.
4. Rol het oppervlak kruislings na met een stalen prikroller.  

SEALLAAG VOOR INGESTROOIDE OPPERVLAKKEN

1. Giet het gemengde product op de ondergrond. Opmerking: Het verbruik is omschreven in de verwerkingsinformatie.
2. Verdeel het product gelijkmatig over het oppervlak met een vloerwisser.
3. Rol het oppervlak kruislings na met een vachtroller. Opmerking: Werk altijd nat in nat om een naadloze afwerking te verkrijgen.

Reinig alle gereedschappen en verwerkingsapparatuur onmiddellijk na gebruik met water. Uitgehard en/of uithardend materiaal kan alleen mechanisch worden verwijderd.