Sikafloor®-150

• Draagt bij tot het behalen van de Indoor Environmental Quality (EQ) Credit: Low-Emitting Materials onder LEED® v4

• Draagt bij tot het behalen van Materials and Resources (MR) Credit: Building product disclosure and optimization — Environmental Product Declarations under LEED® v4

• Draagt bij tot het behalen van de Materials and Resources (MR) Credit: Building Product Disclosure and Optimalisatie - Material Ingredients under LEED® v4

• CE-markering en prestatieverklaring gebaseerd op EN 1504-2:2004 Producten en systemen voor de bescherming en reparatie van betonconstructies - Oppervlaktebeschermingssystemen voor beton - Coating

• CE-markering en prestatieverklaring gebaseerd op EN 13813:2002 Dekvloermateriaal en dekvloeren - Dekvloermateriaal -  Eigenschappen en eisen - Kunsthars dekvloermateriaal

• Hechtgedrag DIN EN 13578, Sikafloor®-150 + Sikafloor ®-264 N, kiwa, testrapport nr. P 12091-1 E

• Bepaling van het scheuroverbruggend vermogen van een coatingsysteem met Sikafloor®-150 volgens ETAG 022, kiwa, nr. P 12607-2a-E.

Oplosmiddelvrije epoxy

24 maanden na de productiedatum.

Sikafloor®-150 moet worden bewaard in de originele, ongeopende en onbeschadigde verzegelde verpakking in droge omstandigheden bij temperaturen tussen +5 °C en +30 °C. Raadpleeg altijd de verpakking. Raadpleeg het actuele veiligheidsinformatieblad voor informatie over veilig gebruik en opslag.

~100 %

~100 %

BELANGRIJK

Gelijktijdige mechanische en chemische belasting

Bij blootstelling van het product aan temperaturen tot +60 °C kan gelijktijdige mechanische of chemische belasting het product beschadigen.

1. Stel het product niet bloot aan chemische of mechanische belasting bij hoge temperaturen

Pas op voor condensatie!
De temperatuur van de ondergrond en van het niet uitgehard materiaal dient minimaal 3°C hoger te zijn dan het dauwpunt om het risico van condensvorming, witte verkleuring of kleverigheid (carbamaat vorming) op de vloerafwerking te verminderen. Opmerking: lage temperaturen en hoge luchtvochtigheid verhogen de kans op witte verkleuring of carbamaat vorming (kleverig oppervlak).

Geen optrekkend vocht (ASTM D4263, polyethyleen folie)

Tijden zijn bij benadering en worden beïnvloed door veranderingen in omgevingscondities, met name temperatuur en relatieve luchtvochtigheid.

Wachttijd tot overlagen met oplosmiddelvrije producten:

Wachttijd tot overlagen met oplosmiddelhoudende producten:

Tijden zijn bij benadering en worden beïnvloed door veranderingen in omgevingscondities, met name temperatuur en relatieve luchtvochtigheid.

Geschikte zandmengsels (bij een laagdikte van 15-20 mm)
25 delen kwartszand 0,1–0,5 mm
25 delen kwartszand 0,4–0,7 mm
25 delen kwartszand 0,7–1,2 mm
25 delen kwartszand 2–4 mm

Let op: De grootste korrelafmeting moet maximaal 1/3 zijn van de eindelijke laagdikte. Afhankelijk van de korrelstructuur en  verwerkingstemperatuur dient het zandmengsel en de meest geschikte mortelsamenstelling bepaald te worden. 
Andere systeemconfiguraties worden verstrekt in de betreffende productinformatiebladen. 
Praktische proeven moeten worden uitgevoerd voor mortelmengsels om de geschikte korrelgrootteverdeling van het aggregaat te beoordelen.

MENG GEREEDSCHAP

• Elektrische menger met dubbele mengspindel (>700 W, 300 tot 400 rpm)

APPLICATIE GEREEDSCHAP

• Rubberen vloerwisser

• Kortpolige roller

Cementgebonden ondergronden (beton / dekvloer) moeten gezond en voldoende drukvast zijn (minimaal 25 N/mm2) met een minimale
hechtstrekte van 1,5 N/mm².
Ondergronden moeten schoon, droog en vrij zijn van alle verontreinigingen zoals vuil, olie, vet, coatings, cementhuid, oppervlakte behandelingen en los brokkelig materiaal.

MECHANISCHE ONDERGROND VOORBEHANDELING

BELANGRIJK

Blootleggen van gaten en holtes

Zorg er bij de mechanische voorbereiding van het oppervlak voor dat gaten en holtes volledig worden blootgelegd.

1. Leg gaten en holle ruimten volledig bloot tijdens de voorbereiding van het oppervlak om de vereiste reparaties te identificeren.
2. Zwakke cementgebonden ondergronden verwijderen.
3. Bereid cementgebonden ondergronden mechanisch voor met straal-, schaaf- of kerfapparatuur om cementhuid te verwijderen.
4. Verwijder hoge plekken door te slijpen voordat er dunne lagen hars worden aangebracht.
5. Gebruik industriële stofzuigapparatuur om al het stof, los en brokkelig materiaal van het oppervlak te verwijderen voordat het product wordt aangebracht.
6. Gebruik producten uit het Sikafloor®, Sikadur® en Sikagard® assortiment om het oppervlak te egaliseren of scheuren, gaten en holtes op te vullen.

Neem contact op met Sika® Technical Service voor aanvullende informatie over producten voor egalisatie en reparatie van schades.

ONDERGROND VOORBEHANDELING VOOR NIET CEMENTGEBONDEN ONDERGRONDEN

Voor informatie over ondergrond voorbehandeling voor niet cementgebonden ondergronden, neem contact op met Sika Technical Service.

BEHANDELING VAN VOEGEN EN SCHEUREN

Aansluitvoegen en bestaande statische scheuren in de ondergrond moeten vooraf gevuld worden alvorens de volledige laag wordt aangebracht. Gebruik Sikadur® of Sikafloor® harsen.

Opmerking: om de viscositeit te verhogen kan er Sika® Extender T (Sika ® Stellmittel T) worden toegevoegd.

2-COMPONENTEN MENG PROCEDURE

1. Meng component A (hars) ~30 seconden.
2. Voeg component B (harder) toe aan component A.
3. BELANGRIJK Meng niet te lang. Meng grondig voor 3 minuten, tot een egaal en uniform mengsel is bereikt.
4. Om zeker te zijn van een volledige menging het gemengde materiaal overgieten in een blik/emmer en nogmaals mengen tot een egaal en uniform mengsel.
5. Schraap tijdens de laatste mengfase de zijkanten en de bodem van het mengblik/emmer ten minste eenmaal schoon met een vlakke of rechte spatel om zeker te zijn dat het mengsel volledig gemengd is.

MENGPROCEDURE EGALISATIELAAG EN MORTEL

1. Meng component A (hars) circa 30 seconden.
2. Voeg component B (harder) toe aan component A.
3. Voeg tijdens het mengen van component A + B geleidelijk de vereiste vulstof of aggregaten toe.
4. BELANGRIJK Meng niet te lang. Meng nog 2 minuten tot een uniform mengsel is bereikt.
5. Om zeker te zijn van een volledige menging het gemengde materiaal overgieten in een schoon vat en nogmaals mengen tot een egaal en uniform mengsel is bereikt.
6. Schraap tijdens de laatste mengfase de zijkanten en de bodem van het mengblik/emmer ten minste eenmaal schoon met een vlakke of rechte spatel om zeker te zijn dat het mengsel volledig gemengd is.

BELANGRIJK
Beschermen tegen vocht
Na applicatie, beschermen tegen vocht, condensatie en waterbelasting voor minimaal 24 uur.

BELANGRIJK
Tijdelijke verwarming
Als verwarmen is vereist, gebruik geen gas, olie, paraffine of andere fossiele brandstofbranders, deze veroorzaken grote hoeveelheden, zowel koolstofdioxide als waterdamp, die de uitharding ongunstig kan beïnvloeden.

1. Voor het verwarmen gebruik alleen elektrisch aangedreven warme lucht ventilatorsystemen.

BELANGRIJK
Pinholes
Indien het product wordt aangebracht op poreuze ondergronden bij stijgende temperaturen, kunnen pinholes kunnen ontstaan door ontsnappen van lucht uit de poreuze ondergrond.

1. Breng het product aan tijdens dalende temperaturen.

BELANGRIJK

Afsluiten van pinholes
Als pinholes aanwezig zijn na uitharding kunnen blazen
ontstaan in de opvolgende laag. Dichtzetten
van de pinholes kan volgens de volgende stappen.

1. Het uitgeharde oppervlak licht schuren.
2. Breng een wisserlaag aan van het product gemengd met ~3 % Sika® Extender T (Sika® Stellmittel® T).

STANDAARD PRIMER APPLICATIE

1. Giet het gemengde materiaal op de ondergrond.
   Opmerking: Het verbruik is omschreven bij de verwerkingsinformatie.
2. Rol het oppervlak kruislings met een kortharige roller of een vloerwisser.
3. Rol het oppervlak kruislings na met een vachtroller. Opmerking: Werk altijd "nat in nat" om een naadloze aansluiting te verkrijgen.
4. Indien instrooien nodig is, wacht dan tussen 15 en 30 minuten en strooi dan kwartszand op het oppervlak. Eerst licht instrooien en vervolgens overvloedig.
5. BELANGRIJK Controleer of de wachttijd voor het aanbrengen van de volgende laag in acht is genomen. (Zie het gedeelte "wachttijd tot overlagen" van de verwerkingsinformatie) Verwijder, zodra het materiaal voldoende is uitgehard, al het losse zand met een industriële stofzuiger.

EGALISATIELAAG

Gereedschap:

• Vloerwisser/ rakel

• Vlakke spaan

1. Giet het gemengde product op de ondergrond. Opmerking: Het verbruik wordt gespecificeerd in de verwerkingssinformatie.
2. Breng het product gelijkmatig over het oppervlak aan met een spaan, wisser of een rakel.

HECHTBRUG

1. Giet het gemengde product op de ondergrond. Opmerking: Het verbruik wordt gespecificeerd in de verwerkingsinformatie.
2. Breng het product gelijkmatig over het oppervlak aan met een kwast, vachtroller of wisser.
3. Rol het oppervlak kruislings na met een vachtroller. Opmerking: Werk altijd "nat in nat" om een naadloze aansluiting te verkrijgen.
4. (Optioneel) Breng indien nodig een tweede hechtlaag aan.  

TROFFELMORTEL

BELANGRIJK

Niet geschikt voor contact met water

Het product is niet geschikt voor contact met water, tenzij het is afgedicht met een seallaag.

1. Giet het gemengde product "nat op nat" op de nog klevende primer. Opmerking: Het verbruik wordt gespecificeerd in de
   verwerkingsinformatie.
2. Verdeel en verdicht het product met een spaan tot de vereiste dikte tussen dekvloerrails / afreilatten, indien aanwezig.
3. Het dekvloeroppervlak egaliseren met een afreibalk die op de afreilatten rust.
4. Werk het oppervlak af tot de gewenste oppervlaktestructuur met spanen of handgestuurde vlindermachines.

REPARATIEMORTEL

1. Giet het gemengde product "nat op nat" op de nog kleverige primer.
2. Breng het product met een spaan op de gewenste dikte aan.
3. Verdicht het aangebrachte product met een spaan.
4. BELANGRIJK Controleer dat de wachttijd of overlagingstijd is bereikt alvorens volgende producten aan te brengen. (Zie de sectie "wachttijd tot overlagen" van de verwerkingsinformatie). Werk het oppervlak glad af met een spaan.

Reinig alle gereedschappen en verwerkingsapparatuur onmiddellijk na gebruik met Verdunner C. Uitgehard en/of uithardend materiaal kan alleen mechanisch worden verwijderd.